VERHALEN
Lees persoonlijke verhalen van bezoekers of stuur je eigen grappige of ontroerende verhaal in.
Ontstaan zwoofer.nl
STEL JE VRAAG
Stel hier je vraag. Zwoofer.nl maakt een selectie en de professionals geven antwoord.
Regelmatig rijzen er vragen over onze huisdieren waar professionals wel raad mee weten. Twee dierenartsen, een hondengedragstherapeut en een kattengedragstherapeute hebben zich aan zwoofer verbonden.
Zij geven antwoord op de door jullie gestelde vragen.
Wat te doen als je hond/kat erg in de rui is? |
Regelmatig horen wij van baasjes dat hun huisdier zo verhaart. Dit geldt voor zowel honden- als katteneigenaren. Het ene dier zal meer verharen dan het andere, maar vrijwel elk huisdier heeft er last van. RUIEN Helaas kunnen we op het bovenstaande natuurlijke proces nauwelijks invloed uitoefenen. Wat we wel kunnen doen is het geven van een zo goed mogelijke ondersteuning, b.v. kwalitatief goede voeding. Een goede voeding bevat belangrijke voedingsstoffen, waaronder bepaalde vetzuren, die o.a. zorgen voor een betere vacht. U kunt ook gebruik maken van 'spot-on' producten. Wij hebben zelf goede ervaring met Allerderm. Dit product bevat ceramiden, vetzuren en cholesterol. BELANGRIJK VERSCHIL Mark van 't Hoff, dierenarts |
We hebben twee katers van vier maanden. Een ervan is onzindelijk en plast regelmatig op ligkussentjes. Verkeerde conditionering of fysiek probleem? |
Het is verstandig om dit probleem zo snel mogelijk aan te pakken om gewoontevorming te voorkomen. Om onzindelijkheid te voorkomen is het belangrijk dat kittens zo vroeg mogelijk leren gebruik te maken van een kattenbak. Ze hebben gelukkig een natuurlijke neiging om in los zand en aarde te graven, dus is het meestal niet moeilijk om kittens zindelijk te krijgen. De ontwikkeling van de associatie tussen uitscheidingsgedrag en ondergrond begint wanneer de kittens ouder worden en zich verder bij het nest vandaan gaan begeven. Kittens leren de functie van de kattenbak door de moederpoes te observeren en op de geur af te gaan. Bij uw katertje lijkt de associatie met de kattenbak als voorkeursplek voor het doen van zijn behoeft al van jongs af aan niet heel sterk geweest te zijn. Soms kan het wel eens voorkomen dat een kitten, bijvoorbeeld als deze de kattenbak niet op tijd haalt, leert dat een alternatieve (in dit geval zachte) ondergrond ook 'fijn' plast. Toch kan het heel normaal zijn dat ondanks de onzindelijkheid de kitten regelmatig naar de kattenbak gaat. Ze kunnen de kattenbak soms ook ingaan om te onderzoeken, spelen of soms zelfs om te slapen. Let wel goed op dat de urine en ontlasting er normaal uitzien. Zorg er voor dat overal in huis waar de kittens komen voldoende makkelijk te bereiken, en naarmate de kittens groeien ook grotere, kattenbakken aanwezig zijn. Als een kitten wakker wordt en meteen moet plassen, is het belangrijk dat de kattenbak dichtbij is. Houd uw kitten ook een beetje in de gaten als hij rondloopt in huis. Om de kattenbak extra aantrekkelijk te maken, kunt u bij de fokker navragen welk grit de kittens gewend waren. Verder kunt u ze belonen als ze hun behoefte op de bak gedaan hebben. Schep de urine en ontlasting bij voorkeur meerdere keren per dag uit de bakken en verschoon de bakken wekelijks allemaal. Was mandjes waarin een ongelukje gebeurd is met een enzymatisch waspoeder en gooi een mandje dat niet meer schoon te krijgen is weg om een geurassociatie ermee te voorkomen. Mochten bovenstaande tips onvoldoende effect hebben dan kan het verstandig zijn om zo snel mogelijk een gedragstherapeut in te schakelen. Dit kan via de website www.mijnkatisonzindelijk.nl Hier kunt u ook meer betrouwbare informatie vinden. Nienke BijvoetsTinley kattengedragstherapeut. |
We hebben twee katers van vier maanden. Een ervan is onzindelijk en plast regelmatig op ligkussentjes. Verkeerde conditionering of fysiek probleem? |
Meerdere katten in een huis geeft vaker aanleiding tot probleempjes.
Indien niets helpt, is de enige optie om de katertjes te scheiden c.q. een andere eigenaar te zoeken voor een van hen. Nico de Kruif, dierenarts |
Kan fortekor misselijkheid veroorzaken? |
Fortekor kan op zichzelf geen misselijkheid veroorzaken. Echter, in combinatie met diuretica (vochtafdrijvende medicatie zoals plastabletjes) kan de bloeddrukdaling zodanige vorm aannemen dat de nieren minder goed kunnen werken. Dat is dan te merken aan het afnemen van de urine produktie. Dit terwijl je juist meer urineproduktie verwacht (het effect van diuretica is immers dat je ervan gaat plassen). Nico de Kruif, dierenarts |
Mijn kat van 10 jr heeft verlatingsangst. Tijdens onze vakantie wil mijn moeder in haar eigen huis oppassen. Ik wil de kat iedere week een avond meenemen om haar aan het huis van mijn moeder te laten wennen. Is dit verstandig? |
Uit uw vraag begrijp ik dat uw kat van slag raakt als u haar alleen laat en kan mij voorstellen dat u haar graag zo goed mogelijk wil ondersteunen hierbij. Omdat katten vaak sterk hechten aan hun omgeving en vaste routines is het in het algemeen goed om een kat langzaam aan veranderingen hierin te laten wennen. In dit geval bent u dan ook nog zelf bij uw poes wat mogelijk geruststellend zal werken. Echter, als u wekelijks naar uw moeder gaat moet ze ook wekelijks een reis maken. Is ze hieraan gewend of levert dit juist veel spanning op? Bovendien is ze dan toch maar een paar uren in de nieuwe omgeving. U zou ook kunnen overwegen om een lang weekend samen met uw poes en haar spulletjes te gaan logeren bij uw moeder. Als ze ontspannen is kunt u een tijdje weggaan en kijken hoe ze reageert als ze alleen is met uw moeder. Geef uw moeder in elk geval aanwijzingen om tijdens uw vakantie bekende en vaste routines aan te houden voor het voeren, de kattenbak uitscheppen, verzorgen, spelen en aandacht geven naar behoefte van de kat. Laat uw moeder de kat eerst een 'eigen kamer' geven om sneller tot ontspanning te komen. Als dit goed gaat dan langzaam toegang geven tot overige woonruimtes. Daarnaast zou u de verlatingsangst van uw poes nader kunnen laten onderzoeken door een kattengedragsdeskundige. Als er verbetering in het gedrag tot stand kan komen zouden u en uw kat er zo min mogelijk spanning van hoeven ondervinden. Nienke Bijvoets, |
Mark van 't Hoff, onze nieuwe dierenarts, stelt zich voor. Hij vervangt zijn voormalig collega Liesbeth Meijndert. |
Mijn naam is Mark van 't Hoff en ik ben opgegroeid in Utrecht. In mei 2012 ben ik als Duidelijke communicatie met eigenaren en kwalitatief goede diergeneeskundige zorg zijn voor mij erg belangrijke aspecten van de diergeneeskunde. Mijn interesse ligt vooral bij de chirurgie, maar ik vind het ook leuk om me bezig te houden met managementtaken en de PR van de kliniek. In mijn vrije tijd ben ik fervent sporter. Wanneer ik niet op het rugyveld te vinden ben, sta ik wel op de tennisbaan of zit op mijn racefiets. Met het digitaal beantwoorden van vragen heb ik al enige ervaring. Via de praktijk e-mail worden ook met enige regelmaat interessante vragen gesteld. Deze nieuwe manier van communiceren brengt veel mogelijkheden met zich mee en wij als dierenartsen groeien daar graag in mee. Mark van 't Hoff, dierenarts |
Ik heb twee katten van anderhalf jaar oud. Ze kunnen goed met elkaar opschieten, maar gaan ook hun eigen weg. Vanwege gezinsuitbreiding willen we één kat wegdoen omdat we hem niet vertrouwen bij kinderen. Kunnen we de andere kat houden of moeten we ze allebei weg doen zodat ze samen kunnen blijven? |
Het is lastig om een vraag als deze te beantwoorden zonder de volledige situatie te kennen. Een andere belangrijke overweging is de eigen beschikbare tijd voor de kat wanneer de baby geboren is. Als een kat eerder veel contact momenten met de andere kat in huis had en hierdoor veel afleiding had, kan de aandacht van de kat voor de eigenaren toenemen als de andere kat er niet meer is. Door de kat ruim van tevoren hierop voor te bereiden kun je deze overgang minder groot maken en de kat zo goed mogelijk voorbereiden op de nieuwe situatie. Hierin kan een gedragstherapeut, die de thuissituatie kent, preventief adviseren. Eventueel kan ook gecontroleerd de reactie van de andere kat op kindgerelateerde prikkels getest worden om een objectieve risicoschatting te maken. Nienke Bijvoets |
Labradoodle veroorzaakt toch allergische reactie. Hij heeft geen stamboom. Kan het zijn dat hij niet helemaal 'allergievrij' is? Hoe kunnen we onderzoeken of de allergische reactie, benauwdheid, door de hond komt? |
Het lijkt mij niet waarschijnlijk dat er een labradoodle bestaat die helemaal 'allergievrij' is. Labradoodles zijn van oorsprong kruisingen tussen labrador retrievers en poedels. De retrievers werden gebruikt vanwege het handzame karakter en de poedels vanwege het feit dat ze nauwelijks verharen. Overigens bestaan er geen labradoodles met een stamboom. Het ras wordt niet erkend, dus worden er door de Raad van Beheer ook geen stambomen afgegeven. Tenslotten nog dit: Een gewone poedel verhaart ook nauwelijks, net als een ruwharige teckel. Beide rassen zijn dan ook prima geschikt voor mensen met een allergie. Nico de Kruif, dierenarts |
Mijn grote Poedel, een reu, heeft waarschijnlijk last van anxiety en een grote verdedigingsdrift. Is het verstandig om hem te castreren? |
Castratie heeft slechts een bewezen werking bij problemen die echt met de hormonale toestand van de hond te maken hebben. Denk hierbij aan markeergedrag (in huis) en weglopen (i.v.m. loopse teven in de buurt). Ik denk dat het goed is om een deskundig gedragstherapeut in te schakelen die kan helpen om deze problemen te behandelen. Alleen castratie gaat het zeker niet verhelpen. Mocht je toch kiezen voor een castratie dan is een gedegen training alsnog noodzakelijk. Monique Bladder, gedragstherapeut voor honden. |
Moet ik mijn hond wel of niet laten steriliseren? Wat is de beste tijd hiervoor en wat zijn de voor- en nadelen van laparoscopisch steriliseren? |
Waarom steriliseren? Wanneer steriliseren? Waarom laparoscopisch steriliseren? Minimale weefselschade Minder pijn
Mark van 't Hoff, dierenarts
|
Mijn hond eet bladeren van kamerplanten en kruiden. Hij wordt met medicijnen behandeld voor een hartkwaal. Is er een verband? Voorheen at hij wel eens gras of buitenplanten. |
In de meeste gevallen is er geen afdoende verklaring voor het eten van vreemde dingen zoals kamerplanten, rare kruiden, boomblaadjes. Het eten van gras wordt over het algemeen verklaard als een actie om braken op te wekken. (Zie het antwoord van dierenarts Meijndert op een onderstaande vraag.) Nico de Kruif, dierenarts |
Onze Westie is bang voor kinderen, gaat er tegen tekeer als hij aan de lijn is en loopt er met een grote boog omheen als hij los is. Er is een kleinkind op komst. Ik wil graag advies hoe er mee om te gaan. |
Ik raad u aan hierbij de hulp in te schakelen van een goed opgeleide gedragstherapeut, die u hierin kan begeleiden. Zeker als er kinderen in het spel zijn en een hond bang is, is het in het belang van iedereen, hond, kind en eigenaren, dat dit deskundig begeleid wordt. Het is een probleem dat over het algemeen goed te verlichten of te begeleiden is, mits u deskundige hulp inschakelt. Monique Bladder, gedragstherapeut voor honden. |
Onze hond heeft verlatingsangst. Ze klampt zich aan mij vast en wil nu door niemand anders meer uitgelaten worden. Homeopatische druppels helpen niet echt, daarom zoek ik meer therapeutische hulp. |
Veranderen van omgeving kan voor een enkele hond inderdaad aanleiding zijn om verlatingsangst te ontwikkelen. Personen en dingen of dieren in hun omgeving zijn voor honden, net als voor mensen, belangrijke prikkels die er voor zorgen dat ze zich veilig voelen. De meeste honden passen zich snel aan in hun nieuwe omgeving, maar een enkeling heeft daar meer moeite mee en kan zich onveilig gaan voelen. Ik ben een voorstander van homeopatische druppels als ze deskundig worden voorgeschreven. Het is zeker geen wondermiddel dat een probleemgedrag kan oplossen. Hiervoor is training nodig. Ik raad u dan ook aan om inderdaad hulp in te schakelen van een goed opgeleide gedragstherapeut. Zij kan u tips en adviezen geven. Monique Bladder, gedragstherapeut voor honden. |
Honden komen kennismaken en er ontstaat een gevecht bij de drinkbak tussen de 'huishond' en de 'logeerhond', allebei teefjes. Eerdere kennismaking in het bos verliep prima. |
In het algemeen kun je zeggen dat conflicten tussen honden veroorzaakt worden door verschillende factoren. Op neutraal terrein waren er blijkbaar geen dingen die de hond belangrijk genoeg vond om een conflict over aan te gaan. In huis werd dat heel anders. Blijkbaar was de potentiële logeerhond ook gemotiveerd genoeg om op zijn minst te reageren op de signalen van de 'huishond'. In de toekomst is het belangrijk om in elk geval dingen weg te halen waar je hond een probleem van zou kunnen maken. Monique Bladder, gedragstherapeut voor honden. |
Wat moet je doen als je met je hond buiten loopt en het knalt opeens (vuurwerk)? Ik heb een bange hond. |
Het hangt er een beetje van af op welke manier de hond omgaat met zijn angst. In principe zijn er drie manieren mogelijk, te weten bevriezen, vluchten of vechten (maar dat laatste komt bij vuurwerk meestal niet voor, alhoewel het me niet zou verbazen dat veel van de honden waarvan wordt gezegd dat ze vuurwerk leuk vinden en er graag naar toe willen, "vechten" willen als reactie op hun angst). Als de reactie van je hond vluchten is, is het ontzettend belangrijk dat je er voor zorgt dat het veilig is voor je hond. Dit kun je doen door je hond een tuig en een halsband aan te doen en te lopen met twee lijnen. De een bevestigt aan de halsband, de ander aan het tuig. Als je hond uit een van beide weet te ontsnappen, heb je nog een andere manier om hem bij je te houden. Verder is de mate van angst erg belangrijk; als je hond wel schrikt, maar nog bereikbaar is (b.v. voer aanneemt) dan kun je die situatie proberen leuker te maken door met hem te spelen of voer te geven op het moment dat hij geschrokken is. Daarmee kun je een begin maken met het creeeren van een positieve associatie; vuurwerk betekent eten/spel! Het allerbelangrijkste is dat je gaat trainen met je hond. Dat is eigenlijk de enige, echte oplossing. Monique Bladder, gedragstherapeut voor honden. |
Sinds een jaar krijgt onze poes (9) medicijnen omdat ze schildklierproblemen heeft. Zijn er nog andere opties en wat zijn de voor- en nadelen? |
Er zijn inderdaad verschillende manieren om een te snel werkende schildklier bij de kat te behandelen. Daarnaast zijn er nog drie andere opties: Sinds een paar maanden is een speciaal dieet op de markt, Y/D genaamd. Dit voer is voor schildklier-patienten jodium-arm gemaakt, zodat de schildklier nog maar weinig hormoon kan produceren. Zo wordt de werking van de schildklier geremd. Een voordeel hiervan is het gemak van toedienen. Als je kat het voer lust, is het gewoon een kwestie van voortzetten. Het is erg belangrijk dat je dit voer strikt aan je kat geeft, dus niks anders erbij. Dat kan voor sommige mensen een nadeel zijn, net als de prijs van de voeding. Ook moet je kat twee keer per jaar voor controle naar de dierenarts, net als bij het geven van medicatie. (Bij het opstarten van het dieet moet er gedurende drie maanden elke maand een controle plaatsvinden.) De eenmalige injectie radio-actief jodium is een mooi alternatief. Hierdoor wordt het extra, over-actieve schildklierweefsel vernietigd, maar blijft de normale schildklier intact. Daardoor ben je na de behandeling in een zeer groot deel van de gevallen van alle medicijnen en controles af. Nadeel is, dat je kat hiervoor 5 dagen moet worden opgenomen in een speciale kliniek. Ook hier kan de prijs weer een nadeel zijn. Echter bij een relatief jonge kat, die nog een hoop jaren voor zich heeft, zou deze investering zeker de moeite waard zijn. Tot slot is er het operatief verwijderen van de schildklier. Dit heeft alleen zin, als de aandoening van de schildklier aan een kant zit, zodat de andere helft gespaard kan blijven. Als de hele schildklier verwijderd moet worden, zul je namelijk ook weer pilletjes moeten geven, maar dan met schildklierhormoon. Een nadeel van deze methode is, dat de andere kant zich ook altijd nog hyperactief kan ontwikkelen. En natuurlijk is er bij elke operatie het narcose-risico waar je rekening mee moet houden. Kortom, er zijn zeker meerdere opties voor het behandelen van katten met een schildklierprobleem. Het is per situatie verschillend wat de meest optimale behandelmethode zou zijn. Dit is afhankelijk van de kat, maar natuurlijk ook van de mogelijkheden van de eigenaar. Het is verstandig hierover altijd goed te overleggen met je dierenarts. Liesbeth Meijndert, dierenarts Sterkliniek Oudenoord, Utrecht. |
Mijn hond gromt (vooral 's ochtends en 's avonds) sinds een half jaar tegen de mensen hier in huis, terwijl hij wel kwispelt. Soms haalt hij daarna uit. Hij is goed gesocialiseerd, kan goed opschieten met andere honden en luistert goed. Overdag is hij heel lief. Wat moeten we doen? |
Wat een vervelende situatie! Een kant en klaar antwoord heb ik helaas niet, maar ik kan je wel wat eerste tips geven. Monique Bladder, gedragstherapeut voor honden. |
Monique Bladder, onze nieuwe gedragstherapeut voor honden stelt zich voor. Ze vervangt Bert van Straten. |
Nadat ik zo'n twintig jaar geleden als hobby begon met lesgeven op een hondenvereniging, Ik heb zelf jaren een hondenschool gehad, maar focus me nu volledig op
Monique Bladder, gedragstherapeut voor honden sinds 2003. |
Mijn vriendin wil mijn poes in huis nemen als ik op vakantie ga. Is verzorging aan huis niet beter en veiliger voor de kat? |
Of een kat zich makkelijk aanpast aan veranderingen, hangt af van verschillende factoren, zoals stressgevoeligheid, socialisatie en de omstandigheden van een eventuele opvanglocatie. De meeste katten zijn erg gehecht aan hun territorium met bijbehorende geuren. Daar weten ze waar alle belangrijke bronnen (voer, water, kattenbak, slaapplekken, schuilplekken, krabpalen, enzovoort) zich bevinden. Ze hebben hun vaste routines. Op het moment dat een kat weg uit de vertrouwde omgeving is, kan dit voor spanning zorgen door onbekendheid met omgeving, mensen en dieren. Wanneer het mogelijk is, is het daarom in veel gevallen het prettigst om de kat tijdens de vakantie in de eigen omgeving te laten verzorgen. Laat de oppas de gebruikelijke routine volgen en de kat naar behoefte aandacht geven en ermee spelen. Laat een ongewassen kledingstuk achter om eventuele stress verder te verminderen. Nienke Bijvoets, |
Normaal hadden we oppas in huis voor de hond. Dit keer gaat hij naar een logeeradres. Hoe erg is dit voor hem? |
Voor de hond is het van belang dat hij op een goede plek terecht komt. Kies daarom zorgvuldig het logeeradres. Een hond is een roedeldier en heeft zijn roedel nodig om te overleven. Als hij om welke reden dan ook zijn roedel kwijt is, moet hij in staat zijn om zich weer snel bij een nieuwe roedel aan te sluiten. Daarom heeft een hond een van nature aangeboren flexibiliteit die het hem mogelijk maakt om zich snel aan te passen en om zich ook comfortabel te voelen bij een oppasadres. Bert van Straten, Pack Leader. |
Onze grijze roodstaart papegaai kruipt zodra hij los is in de kattenbak. Waarom doet hij dit? |
Dit gedrag doet me denken aan de behoefte aan een stof/zandbadje. Wellicht zou de papegaai gebaat zijn met een bakje zand om zichzelf eens lekker af te stoffen. Nico de Kruif, dierenarts. |
Waar moet je op letten als je een volwassen Cockerspaniël wilt aanschaffen i.v.m erfelijke ziektes/afwijkingen? |
Het is verstandig om de algemene gezondheid van een volwassen hond vóór aanschaf of als dat niet kan direct erna te laten controleren door een dierenarts. Bij de amerikaans Cockerspaniël kunnen er erfelijke oogafwijkingen voorkomen. Deze zijn niet allemaal aan de buitenkant waarneembaar omdat het ook afwijkingen aan het netvlies kan betreffen. Daarom is het belangrijk dat de dierenarts het gezichtsvermogen van de hond goed test, ook in het schemer en donker. Als je wilt weten hoe de conditie van het oog binnenin is, dan moet een oogarts hier onderzoek naar doen. Daarnaast is bij de Cockerspaniël heupdysplasie een regelmatig voorkomend probleem, evenals bij veel andere hondenrassen. Belangrijk is dat de hond vlot opstaat en meteen goed en niet kreupel loopt. Ook moet hij makkelijk en soepel gaan liggen zonder zich als het ware te laten vallen. Deze klachten kunnen duiden op artrose-vorming als gevolg van heupdysplasie. Om HD te kunnen vaststellen, moeten röntgenfoto's genomen worden bij een dierenarts. Tot slot is het belangrijk dat bij de eerste kennismaking gelet wordt op de algemene conditie van de hond. Ziet de hond er netjes en verzorgd uit, glanzende vacht, schone ogen, oren en neus? Maakt hij een alerte en opgewekte indruk? Liesbeth Meijndert, dierenarts. |
De zwerfpoes heeft een hekel aan de kattenbak (ik heb er 2 voor 3 katten) en plast dan maar ergens anders in huis. Ik wil haar niet kwijt maar het probleem escaleert! |
(Half)wilde katten zijn vaak gewend om hun behoefte te doen in bijvoorbeeld aarde of zand. Een van de redenen waarom een zwerfpoes soms geen gebruik van de kattenbak maakt, is dat ze de kattenbakvulling niet herkent als geschikt om haar behoefte in te doen. Dit kun je oplossen door een extra kattenbak gevuld met aarde (als ze buiten haar behoefte wel in aarde doet) neer te zetten op haar huidige voorkeurslocatie om haar te laten wennen aan het kattenbakgebruik. Vervolgens kun je langzaam in stapjes steeds meer kattenbakgrit door de aarde mengen, zodat ze langzaam went aan het nieuwe materiaal totdat er geen aarde meer nodig is. Katten kunnen om vele redenen onzindelijkheid vertonen. Naast een voorkeur voor bepaalde ondergronden kan bijvoorbeeld ook de aanwezigheid van urine of ontlasting in de bak, een kap op de bak, de locatie van de bak of de aanwezigheid van een andere kat, kind of 'eng' apparaat in de buurt van de bak leiden tot het vermijden van de kattenbak. Een standaardregel is om net zoveel kattenbakken als katten verspreid door het huis op rustige locaties te plaatsen + één extra kattenbak, zodat katten elkaar kunnen vermijden als ze dit willen. Als het gedrag niet snel verbetert, en een medische oorzaak is uitgesloten, is het verstandig om zo snel mogelijk deskundige hulp van een gedragstherapeut in te schakelen om te voorkomen dat de onzindelijkheid een gewoonte wordt. Nienke Bijvoets, Tinley kattengedragstherapeut |
Edelpapegaai is vroeger verwaarloosd en zit slecht in de veren. Het wordt niet beter. Wat kan ik doen om zijn verenkleed te verbeteren? |
De meest waarschijnlijke oorzaak is echter stress en verveling. Op de foto is te zien dat Deze papegaai moet even door de dierenarts gecontroleerd worden op veerluis en Franse rui. Neem dan ook wat voer mee dan kan hij/zij dat meteen inspecteren. Nico de Kruif, dierenarts |
Mijn hond eet regelmatig gras en bladeren van struiken. Waarom doet hij dat en moet ik dit toelaten? |
Er zijn twee verschillende redenen voor een hond om gras te eten. In het ene geval is het goed om je hond in de gaten te houden op ziekteverschijnselen en eventueel een dierenarts te bezoeken. In het andere geval is het normaal gedrag van een hond. Wanneer een hond het gras daadwerkelijk opeet zonder er uitgebreid op te kauwen, doet hij dit om bij zichzelf braken op te wekken. Hij zal last van zijn maag hebben en misselijk zijn. Dit kan eenmalig voorkomen omdat hij iets verkeerds gegeten heeft. Blijft hij dit doen dan is het verstandig om een dierenarts te bezoeken. Honden die misselijk zijn en last van hun maag hebben, zullen naast gras opeten ook een verminderde eetlust hebben, vaak smakgeluiden en smakbewegingen maken en soms zelfs kwijlen. In het andere geval dat een hond gras eet, zit hij er meer uitgebreid op te kauwen en te knagen dan dat hij het daadwerkelijk inslikt. Deze manier van graseten leidt ook niet tot braken en de hond gedraagt zich helemaal gezond. Hij knaagt op het gras omdat hij dit prettig vindt. Niets om je zorgen over te maken dus. Wel is het belangrijk om op te passen met bestrijdingsmiddelen en kunstmest op het gras. Controleer voordat je deze middelen in je tuin gebruikt op de verpakking of deze veilig zijn voor dieren. Dit geldt ook voor struiken, controleer eerst of deze niet giftig kunnen zijn voor honden, voordat je je hond erop laat kauwen. Als je het niet zeker weet, haal hem er dan uit voorzorg bij weg. Vergeet ook niet om je hond regelmatig te ontwormen als hij graag op gras kauwt. Op deze manier kan hij wel een wormbesmetting kan oplopen. Liesbeth Meijndert, dierenarts. |
Als pup is mijn hond wild benaderd door een andere hond. Sindsdien is hij bang voor andere honden. |
Het is heel vervelend dat je hond als pup deze ervaring heeft gehad! Maar een hond/pup hoeft gelukkig niet na zo'n ervaring bang te blijven voor andere honden. Honden zijn juist erg flexibel in het verwerken van dit soort zaken. Zij hebben dan wel ons nodig als stabiele factor, die hen weer nieuwe en goede ervaringen laat opdoen. Probeer een speelmaatje te vinden voor je hond zodat je een basis hebt waarin hij wel op een ontspannen manier met een andere hond interactie heeft. Daarna kun je dit langzaam uitbreiden naar meerdere honden. Dit laatste is echter vaak lastig, omdat niet iedere hond die je tegenkomt hiervoor geschikt is. Daardoor kan het probleem verergeren. Een roedelopname biedt hiervoor uitkomst. Daar wordt er gewerkt met honden die in staat zijn de bange hond de juiste ervaringen op te laten doen. De hond leert nieuwe vaardigheden t.o.v. andere honden en wordt op deze manier weer stabiel. Bert van Straten Pack Leader |
Mijn hond jaagt achter gemotoriseerd verkeer aan! Auto's, motoren e.d. |
Het probleem ontstaat doordat er door de hond ongecontroleerd toe kan worden gegeven aan de eigen driften. Waar eigenaren/gedragstherapeuten vaak op vast lopen in de training, is dat zij het trainingsmoment opzoeken, of het gedrag eerst laten plaatsvinden. Dus er wordt gewacht totdat de hond al bezig is met jagen. Hierbij staat de hond in hoge spanning en daardoor is het leervermogen beperkt. Ook wordt er vaak geprobeerd het gedrag te voorkomen d.m.v. afleiding. Het principe van afleiden is dat de hond op zo'n moment zijn trigger niet in de gaten heeft. Er is dus geen leermoment; de auto bijvoorbeeld, bestaat niet voor de hond, hij is immers afgeleid...! Vooropgesteld dat dit geen makkelijke trainingen zijn, omdat de hond vaak al 'succes' heeft gehad met het iedere keer opnieuw op kunnen bouwen van dit gedrag, is het zeker weer in goede banen te leiden. De basis is dat de eigenaar een goede relatie heeft met de hond, waarin een 'nee' ook serieus genomen wordt. Daarnaast is het van belang om het trainingsmoment zodanig op te zetten, dat op het allereerste moment waarbij de interesse van de hond richting auto/geluid gaat, dit gestopt wordt met een duidelijk 'nee!'. Bij de beginnende interesse is de spanningsopbouw nog laag en de hond ervaart zowel de auto als de aansturing (in dit geval een 'nee!') Omdat de spanning laag is, is de communicatie met de hond makkelijker. Vanzelfsprekend is een goede timing hierbij van belang. Het helpt om een dergelijke situatie in scène te zetten, zodat het de eigenaar niet onverwachts overkomt, maar deze er op voorbereid is en doordacht kan reageren. Het hebben van de juiste relatie met je hond en het inschakelen van een goede trainer die je kan helpen om het gedrag beter te kunnen lezen, helpt je om een beetje 'in de toekomst' te kunnen kijken en daardoor dus een betere timing te ontwikkelen. De laatste noodkreet waarom gevraagd wordt, is het gebruik van een E-collar. Gebruik deze nooit zonder begeleiding van een deskundig trainer! Om die reden wordt daar ook verder niet op ingegaan. Voor hulp bij de training kunt u altijd contact met mij opnemen. Bert van Straten Pack Leader |
Liesbeth Meijndert |
Als kind wilde ik al dierenarts worden en keek ik vaak mee in een praktijk in het dorp van mijn ouders. Ook speelde ik zelf ‘dierendoktertje’ met mijn knuffels. Verder heb ik altijd huisdieren gehad: hamsters, konijnen, gerbils, ratten, vissen noem maar op. Vooral de combinatie medische vraagstukken, contact met dieren én met mensen (eigenaren) vind ik leuk aan dit vak. In mijn vrije tijd ben ik graag lekker buiten in de tuin, lees ik een goed boek of zit ik gewoon rustig op de bank te kijken wat mijn poes Wappie voor capriolen uithaalt. Daarnaast houd ik erg van muziek en dansen. Om fit te blijven doe ik aan squash en yoga.
Het beantwoorden van vragen voor zwoofer.nl lijkt me leuk om te doen omdat ik er mensen en dieren mee kan helpen. Ik ben benieuwd wat voor vragen er allemaal gaan komen!
Liesbeth Meijndert, dierenarts
|
Nico de Kruif |
![]() Vraagbaakdierenarts Nico de Kruif stelt zich voor: Op mijn twaalfde was het voor mij wel duidelijk wat ik wilde worden als ik groot was: dierenarts! Door omstandigheden, (drie keer uitgeloot), heeft het even geduurd, maar in 1989 was ik afgestudeerd in Utrecht als dierenarts voor gezelschapsdieren en aanvaardde ik mijn eerste betrekking in een gezelschapsdierenkliniek in Littlehampton, Groot Brittannie, waar ik ruim 2 jaar de kneepjes van het dierenartsenvak heb mogen leren. In verband met een op handen zijnde gezinsuitbreiding zijn wij in 1992 voorgoed teruggekeerd uit Engeland en hebben ons in Schiedam gevestigd. In Schiedam vond ik een betrekking bij Dierenkliniek Warande. Een drukke stadspraktijk met in totaal 3 dierenartsen en 3 assistentes, waar de in Engeland opgedane praktische kennis in de praktijk gebracht kon worden. In 1996 ben ik de nieuwe eigenaar geworden van Dierenkliniek Warande. De praktijk bloeide en groeide vrolijk door, en werd uiteindelijk zeer druk en hectisch. Zo zeer zelfs dat het verlangen naar onthaasten, en vooral naar meer ruimte en natuur, steeds groter werd. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de verkoop van de praktijk in Schiedam, en een verhuizing naar het zuiden van Limburg, waar het landschap wel heel erg doet denken aan…. Engeland! In Meerssen hebben we in 2007 een nieuwe praktijk voor gezelschapsdieren opgestart met als voornaamste doelstelling: Het leveren van kwalitatief goede diergeneeskundige zorg, waarbij voldoende tijd besteed kan worden aan de individuele patient, en waarbij TLC (Tender Loving Care) een onontbeerlijk deel uitmaakt van de behandeling.
Het beantwoorden van per email gestelde diergeneeskundige vragen maakt een belangrijk deel uit van de dagelijkse praktijk. Ik heb gemerkt dat het beantwoorden van deze vragen een plezierige en uitdagende bezigheid is, en ik kijk er dan ook naar uit uw vragen te mogen beantwoorden.
Dierenarts Nico de Kruif, Dierenkliniek RaaR 44 te Meerssen
|
Nienke Bijvoets |
![]() Mijn naam is Nienke Bijvoets. Nadat ik ben afgestudeerd als gezelschapsdierenarts aan de Universiteit Utrecht heb ik een opleiding tot gedragstherapeut voor katten gevolgd en inmiddels werk ik als kattengedragstherapeut. Mijn diergeneeskundige achtergrond is hierbij handig, omdat bij sommige gedragsproblemen onderliggende fysieke problemen betrokken kunnen zijn. Verder ben ik als kattengedragstherapeut aangesloten bij Diergedragspecialist Tinley, een landelijke organisatie van professionele diergedragstherapeuten. Voor meer informatie over de mogelijkheden van kattengedragstherapie kunt u ook een kijkje nemen op mijn website www.kattentherapie.nl.
|